VVAZ
Intermedis

Klik hier voor
onze diensten

Intermedis A & A

Rechter: Inspanningsverplichting verkrijgen hypotheek reikt niet tot indienen klacht bij BKR

Geplaatst op: 06-04-2018, 12:34:26

Huizenkopers en hun hypotheekadviseur hoeven geen klacht in te dienen bij de geschillencommissie van het Bureau Krediet Registratie (BKR) om een koopcontract te kunnen ontbinden. Zo ver reikt de inspanningsverplichting om een hypotheek te verkrijgen niet, stelt de rechtbank Den Haag. Afwijzingen van meerdere geldverstrekkers met als motivatie een BKR-notering zijn voldoende.

Verkopers en kopers van een woning van € 387.500 troffen elkaar vorige week in de rechtbank. De verkopers eisten 10% van de koopsom, omdat de kopers ten onrechte het contract zouden hebben ontbonden. Zij deden dat met een beroep op het financieringsvoorbehoud dat in het koopcontract stond.

Royement

De kopers ontdekken bij het aanvragen van een hypotheek dat een oude betalingsachterstand bij ABN Amro staat geregistreerd bij het BKR. Voor Aegon, Florius en ASR is dat reden om geen hypotheek te verstrekken. Daarop besluiten ze het contract te ontbinden, maar de verkopers vinden dat ze niet hebben voldaan aan hun inspanningsverplichting. Volgens de verkopende partij rust op de kopers en hun hypotheekadviseur de verplichting bij BKR na te gaan of de registratie geroyeerd kan worden. Ook verwachten de verkopers dat kopers een klacht indienen bij de geschillencommissie van het BKR.

Voldoende inspanning

De rechtbank Den Haag vindt dat te ver gaan. Volgens de rechter heeft een koper zich voldoende ingespannen als hij twee afwijzingen van verschillende financieringsaanvragen kan overleggen. In dat geval is aan de inspanningsverplichting voldaan. Er is geen reden meer te verwachten van de koper, meent de rechtbank.

“Anders dan [eiseres] betoogt reikt de inspanningsverplichting niet zover dat, nu door de […] vermelde BKR-registratie bij geen enkele bank een financiering kon worden verkregen en dus iedere aanvraag nutteloos zou zijn, [gedaagden] zich zouden moeten inzetten om de BKR-registratie ongedaan te maken. Deze verplichting gaat zeker niet zo ver – zoals [eiseres] betoogt – dat van hen mocht worden verwacht dat zij daartoe een klacht bij de geschillencommissie van de Stichting BKR zouden indienen”, aldus het vonnis.

Navraag bij BKR

De rechter overweegt daarbij dat de kopers pas na het aangaan van de koopovereenkomst hun BKR-registratie ontdekten. Ze verkeerden in de veronderstelling dat de restschuld bij ABN Amro was afgehandeld. Bovendien hebben de kopers samen met hun adviseur contact opgenomen met ABN, incassobureau Lindorff en het BKR om te kijken op de notering verwijderd kon worden. Dat bleek niet mogelijk. “[gedaagden] hebben aldus wel degelijk pogingen ondernomen om de BKR-registratie ongedaan te maken, althans zijn nagegaan of dit mogelijk was. De rechtbank acht deze inspanningen van [gedaagden] tegen de achtergrond van hetgeen partijen zijn overeengekomen meer dan voldoende.”

Bron: publicatie door Paul de Kuyper op www.amweb.nl van 6 april 2018

Vorige pagina